Fotoverhalen
#4 vijf fotogenieke metrostations in Europa
De overeenkomsten en verschillen? Ze zijn stuk voor stuk uniek!
Chris Oomes – oktober 2021
Wat zoekt een fotograaf in een metro-netwerk? Duikt hij of zij onder de grond op zoek naar nostalgie, mensen, of architectuur en lijnen? Of voor de mensenmassa’s in het spitsuur, de desolate uurtjes ‘s-avonds laat of de reclamebeelden? Eigenlijk is heel veel interessant en fotogeniek in de ondergrondse. Áls je er van houdt natuurlijk.
Wist je dat veel metrolijnen ook bovengronds liggen? En dat veel metrostations direct onder het wegdek liggen, waar de auto’s en vrachtwagens rijden? Daarom eerst maar even wat feiten. Parijs heeft het meest dichte netwerk, gemiddeld hoef je waar ook bent in Parijs (binnenstad) niet meer dan een halve kilometer te lopen naar het dichtstbijzijnde metrostation. Moskou is het meest drukke metronetwerk (van Europa). The Tube, de Londense Underground, is by far het oudste van de wereld; de eerste lijn werd in al 1863 geopend. De Rotterdamse was bij haar opening in 1968 het kleinste Metronetwerk van de wereld met amper 6 kilometer traject. En Berlijn, ja wat heeft Berlijn? Het eerste metronetwerk van Duitsland. Logisch.
Mooi die feiten, maar wat maakt een metro nou fotogeniek? Elk metro-netwerk om zijn eigen reden. Dat is heel persoonlijk. Dit fotoverhaal is een poging om tot inzichten te komen, met behulp van woord én beeld.
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten als je vijf steden vergelijkt: Rotterdam, Londen, Parijs, Berlijn en Moskou?
Het Berlijnse metronetwerk begon bij de eerste aanleg bovengronds, later kwamen de tunnels pas. Veel van die tunnels liggen net onder het straatniveau, vandaar dat ze vierkante ruimtes hebben. Dat ze net onder de grond liggen merk je ook aan de korte (rol)trappen. Twee keer met je ogen knipperen en je bent al beneden! Veel van dat metronetwerk is in de oorlog vernield door bombardementen en zwaar oorlogsmaterieel. De enige halte, nog in nagenoeg oorspronkelijke staat, is die van Görlitzer Bahnhof, een juweeltje. Er is trouwens veel staal en glas in de ondergrondse ontwerpen terug te vinden, én Nieuw Modernisme. Later kwamen de dieper gelegen (ronde) tunnels en de typische betegeling. Je proeft er de sfeer van Duitse degelijkheid, tegelijk met soberheid. Op de strakke ontwerpen met veel rechte lijnen kun je heerlijk je voorkeur voor symmetrie en compositie botvieren.
Moskou. Volgens Peter d’Hamecourt zijn de Moskovieten trots op hun metro: “de grootste, de mooiste, de langste, de drukste, de schoonste en weet ik wat niet meer van de wereld.” In zijn boek Moskou is een gekkenhuis (2006) geeft hij ook zijn mening over andere metro-steden. Over de Londense metro: “wat een benauwd ding is dat met zijn lage plafonds.” En: “De Parijse komt een beetje aftands over.”
Het Stalinistische ontwerp van de Moskou-metro is inderdaad indrukwekkend. Ook bombastisch, het laat de wereld zien dat ze wel wat kunnen in Rusland. De grote ruime stations zijn druk en hectisch. En er is altijd toezicht door mannen met uniform! Liefst in groepjes van twee of drie. Een leuke rit is de ring rondom het centrum, nummer 5. Hoe? Ga van Prospect naar Suvorovskaya met de metro, stap uit en loop naar boven en ga lopend naar het volgende station Novoslobodskaya. Vervolg daar ondergronds je reis naar Belorusskaya en weer bovengronds door naar Krasnopresnenskaya. Enzovoort. Zo zie je een groot gedeelte van de stad én indrukwekkende metrostations. De onverschilligheid van de vaste forenzen vormt een mooi contrast met de pracht en praal van de architectuur.
Het Rotterdamse metronet oogt fris en modern. Maar ook kil ‘beton grijs’. Er is veel strak ontwerp, ritme en speelse elementen. Er is oog voor detail, het grote geheel is harmonieus. Een persoonlijke observatie misschien, maar zowel met zoomlens als groothoeklens kun je hier moeiteloos uit de voeten. De reizigers zijn relaxed, maar houden de fotograaf nauwlettend in de gaten. Een compacte camera met goede prestaties ‘will do the trick’. Het Rotterdamse netwerk is in de loop der jaren gegroeid tot een totale lengte van 101 kilometer. Het overgrootste deel van de Rotterdamse metro ligt boven de grond. Slechts 17,7 kilometer ligt onder de grond! Daarom dekt (metro)tram misschien beter de lading.
Parijs is na de Moskouse metro de drukste van Europa. Van alle beschreven metrostations is die van Parijs de meest aftandse volgens Peter d’Hamecourt. Ik zeg: nostalgisch en vol romantiek, zo kun je het ook zien. Als je van Jugendstil of Art Nouveau houdt, kun je je hart ophalen bij in- en uitgangen van de ‘Métropolitain’. En de Parijse metrotegeltjes zijn uiteraard een begrip. Deze twee ingrediënten maken de ondergrondse van Parijs zo ie zo al fotogeniek. Tel daar de straatmuzikanten (ook ondergronds), goed geklede stijliconen en clochards bij op; je fotografisch hart gaat hier makkelijk sneller kloppen.
In Londen rijdt al vanaf 1863 het ondergrondse vervoermiddel. Door de dichtgeslibde wegen zocht men heil onder de grond. Mind you: er reden toen nog stoomlocomotieven, je kon dus hier maar beter niet je witte bloes of kaki broek dragen. De tunnels zijn erg smal en er is (mede daarom) een slechte ventilatie. De warmte, geur van olie en remstofdeeltjes kunnen nauwelijks afgevoerd worden. Dat verklaart de ondergrondse ‘smog’. De immense wind die soms voelbaar is, wordt veroorzaakt doordat de treinen met kracht de lucht uit de smalle tunnels duwen. Afzien of genieten, dat mag je zelf bepalen. Witte boorden vs blauwe boorden, arbeiders in werktenue vs aktetas & stropdas, alle klassen zijn hier gelijk en verdringen zich voor een piepklein plekje in de spits. Mooie contrasten door verscheidenheid aan mensen dus. Alles is hier wel smoezelig door de smog, dat geeft je foto’s een lekker rauw sfeertje.
Resumé
Belangrijk inzicht is dat bij veel metronetwerken een groot gedeelte niet onder, maar ook bovengronds ligt. De metro is dus meer dan alleen een buizenstelsel onder de grond.
De meeste metro’s zijn vaak erg druk; voor veel forenzen en toeristen is het een populair en efficiënt vervoermiddel. Maar er zijn ook van die momenten dat er geen of nauwelijks mensen zijn, dat kan ook fotogenieke beelden opleveren.
Ooit bij stilgestaan dat ook hier de reclameborden vervangen moeten worden? Nee dus. Nooit als de metro’s rijden, veel te gevaarlijk.
Hoe moeilijk is het om niet visuele metrodingen vast te leggen op de foto? Dat blijft een ultieme uitdaging. De geuren, het lawaai, de wind, de piepende remmen. Stuk voor stuk sfeermakers wanneer je live in de metro aanwezig bent. Maar (haast) niet vast te leggen.
Niet erg, we zoeken gewoon naar andere inhoud van de foto. En die zijn er genoeg bij dit type snelvervoer.
In de meeste metro’s is er gedempt licht, dat betekent de ISO automatisch opschroeven. Of een statief gebruiken? Je moet het zelf weten, maar ik heb het als fervent metrobezoeker nog nóóit gezien. Je moet er ook niet aan denken dat iemand over je driepoot struikelt en tussen de rails valt. Niet doen dus!
Oh ja. Ken jij dat ook? Die wow-momenten als je uit een metrohalte met de trap of roltrap weer in de bovenwereld komt? Het regent, of de zon schijnt. Een prachtig gebouw doomt op. Ineens is er herrie van de straat, terwijl dat even zo ver weg was.
Tot slot.
Tilburg heeft ook een Metrostation, wist je dat? Het is bovendien verplaatsbaar. Metroality van Marry Overtoom. Het is een kleine metro, op slechts één plek kun je hem waarnemen. Als je op het rooster gaat staan om je te verdiepen in de trajecten, hoor je de metro voorbij rijden, en waait je broek of rok omhoog.
Eerst stond het bij de oude ingang van het Stadhuis, precies waar nu de ingang van kledingwinkel Primark is. Tot halverwege 2021 stond het kunstwerk op het Koningsplein. Wat zal de volgende halte zijn?
Wat is jouw (foto)ervaring met de ondergrondse? Wij zijn benieuwd naar jullie reacties.
© Fixeer-Tbg / Chris Oomes