Fotoverhalen
#5 Noord-West Frankrijk
Noord-West Frankrijk, toeristisch in de zomer, desolaat buiten het toeristenseizoen.
Wat is jouw favoriete periode? Lees, kijk en bepaal het zelf.
Chris Oomes – mei 2022
Dit fotoverhaal gaat over een klein stukje Frankrijk: het uiterste Noordwesten. Vroeger was hier mijnbouw en veel textielindustrie. Later wijn en bier. En nu? Veel werkeloosheid en een beetje toerisme. De streek is makkelijk en snel bereikbaar vanuit Nederland. In het zomer¬seizoen is er hier veel vertier en vermaak. Maar buiten deze drukke periode is het vooral een fotogenieke plek; verlaten en desolaat. Als je daar van houdt, zit je hier goed.
Heb je de Franse film Bienvenue chez les Ch’tis gezien? Een postbode wordt ‘gepromoveerd’ naar een mooie functie in Noord-West Frankrijk. Grote hilariteit bij zijn collega’s. “Ha ha, Bergues”, het ‘einde’ van Frankrijk, net onder de Belgisch-Franse grens ligt dit ogenschijnlijk nietsbeduidend plaatsje. Verder weg dan Bergues kun je niet verbannen worden. Groot verdriet bij de familie en kinderen, want wat moet je nou daar?
Dit verhaal gaat dus over Noord-West Frankrijk. Het gebied dat loopt vanaf Dieppe naar het noorden. Van havenplaats Treport, via Eu naar het noordelijker gelegen Ault en Mers Le Bains. Door naar Le Hourdel, Valery sur Somme en Crotoy. Maar ook noordelijker nog liggen hele interessante plaatsen zoals: Audresselles, , Boulogne sur Mer, Calais en Duinkerken. De streek was een paar eeuwen geleden bon ton. Nu vooral bekend van waar de tunnel naar Engeland ligt. Én het plaatsje Bergues uit die leuke Franse film, Bienvenue chez les Ch’tis, de best bezochte film ooit in Frankrijk.
De kust is hier ruig en ruw. Maar tegelijkertijd lieflijk en glooiend. Net hoe de wind staat, net hoe het weer is. De binnenlanden hier zijn pittoresk: kronkelige wegen, licht glooiend, kleine schattige dorpjes. De Werkeloosheid is er hoog en de “étrangers” hebben dat gedaan. Niet de toeristen want die brengen geld in het laatje, maar “les migrants”. Daarom scoort Le Pen hier beter in de verkiezingen. Als mensen werk hebben is dat op het land, of ze werken in de fabriek op een van de vele afgelegen industrieterreinen.
De streek ligt op nog geen 4 uur rijden vanaf zuid Nederland gerekend. Oké, je moet even België doorsteken. Maar daarna ben je meteen in de glooiende heuvels. Mocht je oorlogen en veldslagen interessant vinden, die hebben hier veel plaatsgevonden. Vooral de eerste wereldoorlog eiste vele slachtoffers, maar ook WOII kennen we allemaal van de verhalen Normandië en Duinkerke. De bunkers die hier aan de kust en in de binnenlanden liggen zijn ontelbaar. Ze zijn cultureel erfgoed en vormen het nog tastbare bewijs van Duitse overheersing.
Als de toeristen na het seizoen weer huiswaarts keren, verschijnen de lokalen, en de dagjestoeristen. Je ziet het aan hun blik en uitstraling. Ze aanschouwen anders dan buitenlandse toeristen, ze fitten naadloos in hun habitat. Ze kunnen wel sacherijnig over komen. Dat het woord uit Frankrijk stamt is niet vreemd… Maar toch, als het ijs gebroken is zijn de meesten erg gastvrij en vriendelijk : )
Hier legt de fotograaf zijn typisch lokale taferelen vast: een jongere uit het dorp met hoody geniet van de rust aan zee met een blowtje. Een vrouw met stok geniet van de kinderen en hondjes die spelen in het strandzand, ze onderbreekt haar wandeling er voor en tuurt minuten lang over het strand. In de monumentale stadjes lopen geen toeristen meer in hun sjofele korte broek, het zijn de lokalen die de trottoirs betreden.
De eigenaar van een restaurant grijpt zijn kans en schildert zijn voorgevel. De politie parkeert gewoon op plekken waar dat eigenlijk niet mag, gewoon omdat het kan. Wat een variatie, en wat een heerlijk Frans ‘leven gaat hier zijn gangetje’. Het zijn die contrasten die pakkend zijn. Ruige beelden wanneer regen en wind krijtrotsen tarten. Maar lieflijk als de zon er schijnt.
De steden aan de kust zijn in het toeristenseizoen altijd vergeven van auto’s en mensen. Buiten die periode blijven de straten vooral leeg. Er rijden auto’s. Kleine, uiteraard van Franse makelij, want chauvinisme is ook een typisch Frans woord: “wij maken goede auto’s”. Ze zijn vaak geroest of gedeukt. Maar dat maakt niks uit: met de Franse slag kom je er ook.
Ook als het mooi weer is kan het aan het strand ‘tres calme’ blijven. Het is dan vaak net te koud of te winderig. Dan willen de toeristen niet altijd recreëren met een ijsje of patatje. Met lange broek en lange mouwen flaneren we alsnog langs de kust of op de boulevard.